Brandblussers PDF Print E-mail

Type brandblussers
Er zijn in het algemeen 3 verschillende typen brandblussers: schuimblussers, poederblussers en koolzuursneeuwblussers.


(Sproei)schuimblussers
(Sproei)schuimblussers zijn vrijwel overal inzetbaar. De nevenschade die ontstaat bij gebruik is nihil. Sproeischuimblussers zijn ook geschikt voor het blussen van onder spanning staande apparatuur. Het water-/schuim-mengsel wordt verneveld in zeer kleine druppels waardoor de blusstraal niet elektrisch geleidend is. Schuimblussers zijn geschikt voor het blussen van vaste- en vloeistofbranden (brandklasse A en B).

Brandklasse ABrandklasse B
Simplus schuimblusser

Poederblussers
Poederblussers hebben een zeer hoge bluscapaciteit en kunnen ingezet worden voor het blussen van vaste-, vloeistof- of gasbranden (brandklasse A, B en C). Bovendien kan hiermee onder spanning staande apparatuur worden geblust. Rekening moet echter worden gehouden met gevolgschade van bluspoeder op elektronische- en fijnmechanische apparatuur.

Brandklasse ABrandklasse BBrandklasse C
Simplus poederblusser

Koolzuursneeuwblussers
Koolzuursneeuwblussers ook wel CO2-blussers genoemd, zijn geschikt voor het blussen van vloeistofbranden (brandklasse B) en branden in onder spanning staande apparatuur. Het grootste voordeel van een koolzuursneeuwblusser is dat de blusstof (CO2) geen reststoffen achterlaat bij gebruik.CO2 wordt daarom ondermeer toegepast bij hoogwaardige elektronische apparatuur waar niet geblust mag worden met op water gebaseerde blusstoffen zoals sproeischuim.

Brandklasse B
Simplus koolzuursneeuwblusser

Brandklassen
Onder een brandklasse verstaat men een groep van gelijksoortige branden, geordend naar de aard van de brandende stoffen. Op elk etiket van een goedgekeurde brandblusser staan de pictogrammen weergegeven van de brandklassen waarvoor het toestel ingezet kan worden. Dit is in het bijzonder van belang voor de bestrijding van een branden met een brandblusser.

De brandklassen zijn:


Brandklasse A

Omschrijving
Branden van vaste stoffen van organische oorsprong,
die in het algemeen onder gloedvorming verbranden.

Voorbeeld
Hout, papier, stro, textiel


Brandklasse B

Omschrijving
Branden van vloeibare of vloeibaar wordende stoffen.

Voorbeeld
Benzine, alcohol, vet, teer, sommige kunststoffen, bitumen

 


Brandklasse C

Omschrijving
Branden van gassen onder druk.

Voorbeeld
Butaan, propaan, aardgas, waterstof


Brandklasse D

Omschrijving
Branden van metalen.

Voorbeeld
Magnesium, zirkonium, lithium, kalium, natrium

 


Brandklasse F

Omschrijving
Branden van vet/oliën in keukens.

Voorbeeld
Frituurvet, plantaardige en dierlijke vetten en oliën



Gebruik type brandblusser


(Sproei)schuimblussers
Schuimblussers zijn het voor de meeste plaatsen de beste keuze. De blussing kan zeer lokaal en gericht zijn. De ruimte kan snel weer in gebruik worden genomen. Voor buitentoepassing is een vorstbestendige versie beschikbaar.

Toepassing
Woningen, kantoorruimten, ziekenhuizen, laboratoria, werkplaatsen, enz.


Poederblussers
Poederblusser plaatsen wanneer er veel bluscapaciteit nodig is en nevenschade van ondergeschikt belang is. In voertuigen kan beter een poederblusser met CO2 patroon worden gebruikt. Deze zal het vast getrilde poeder loswoelen bij activering.

Toepassing
Chemische- en petrochemische industrie, on/offshore, wegvervoer, enz.


Koolzuursneewblussers/ CO2-blussers
Co2 blussers hebben geen indringend vermogen. Eigenlijk blaas je het vuur uit. Het kan daarna dus weer makkelijk ontbranden. Geen nevenschade op materialen.

Toepassing
Server-ruimten, hoogspanningsinstallaties, computerruimten, laboratoria, grafische industrie, keukens, enz.

Let op: nooit gebruiken op personen. De temperatuur is zo laag dat brandwonden ontstaan op de huid.


Plaatsing brandblussers
Brandblussers moeten op duidelijk zichtbare plaatsen op ophangbeugels of statieven worden geplaatst en bij voorkeur op vluchtroutes. Geschikte locaties zijn gangen, trappenhuizen, centrale toegangshallen en nabij uitgangen van ruimten. Blustoestellen moeten zo worden geplaatst dat zij niet worden gehinderd door de te verwachten brand. De bovenkant van de blusser dient zich op maximaal 1 meter van de vloer te bevinden. De locatie moet tevens worden gemarkeerd met een pictogram.


Pictogram brandblusser

Relevante regelingen

  • NEN 4001 voor de vaststelling van het aantal en soort draagbare blustoestellen (projectering).
  • NEN 2559 voor het onderhoud van draagbare en verrijdbare blusmiddelen.
  • NEN 671-3 voor het onderhoud van brandslanghaspels.
  • Bouwbesluit 2003 m.b.t. brandslanghaspels
  • Arbowet/Wet milieubeheer/MBBV/verzekeraar

De bovenstaande informatie is algemeen van aard en niet van toepassing op alle situaties. Wanneer u zeker wilt zijn van de juiste toepassing in uw situatie, neem dan even contact met ons op. Wij maken geheel vrijblijvend projecties en geven deskundig advies.

 
Facebook
LinkedIn
YouTube
Volg ons